|
© 1997-2016 OOSTVEEN
Opdrachtgever:
Gem.Roosendaal, Bureau Onderzoek en Informatievoorziening
Periode:
2000-2016.
|
|
|
De beleving door bewoners is een belangrijk aspect
in een buurtmonitor. Om die te kunnen meten wordt vaak een
bewonersenquête gebruikt. Veel gemeenten twijfelen over het schaalniveau
waarop een dergelijke enquête moet worden ingezet. Uit kostenoverweging
wordt vaak gekozen voor het wijkniveau en niet voor het fijnmazige
buurtniveau. In Roosendaal komen de resultaten uit de Bewonersenquête
sinds 2001 wel op buurtniveau beschikbaar.
|
|
Andere vraagstelling: minder respondenten
nodig
|
|
|
Een voorbeeld van een vragenlijst die meestal op
wijkniveau wordt ingezet is de bekende Leefbaarheids- en
Veiligheidsmonitor in het kader van het Grote Stedenbeleid. De
GSB-gemeenten moeten deze vragenlijst periodiek hanteren, maar ook veel
andere gemeenten hebben de vragenlijst geheel of gedeeltelijk
overgenomen. Om gebieden onderling te kunnen vergelijken zijn bij
dergelijke enquêtes ongeveer 200 respondenten per gebied nodig.
Aedes, de koepel van woningcorporaties, ontwikkelde een veel kortere
vragenlijst met rapportcijfers: LeMon (LeefbaarheidsMonitor). Deze
Lemon-enquête kan wel op buurtniveau worden uitgezet. Bij
rapportcijfervragen (van 1 tot 10) kunnen respondenten hun oordeel veel
nauwkeuriger weergeven dan bij ja/nee vragen (waar slechts 2 antwoorden
mogelijk zijn). Daardoor volstaat bij rapportcijfervragen een kleiner
aantal respondenten voor vergelijkbare betrouwbaarheidsmarges.
In Roosendaal heeft Oostveen voor het eerst elementen uit beide
vragenlijsten gecombineerd. Een deel van de vragen over de sociale en
fysieke leefomgeving, voorzieningen en veiligheid is gesteld in de vorm
van rapportcijfers en wordt op buurtniveau gepubliceerd. Andere vragen (waaronder
ook een aantal open vragen) zijn alleen op wijkniveau gerapporteerd.
De Bewonersenquête werd in februari 2001 toegezonden aan 5255
willekeurig gekozen inwoners van 16 jaar en ouder. Na eenmalige
rappellering kwamen uiteindelijk 3462 vragenlijsten retour: een respons
van 66%. Dat was voldoende om de rapportcijfervragen op buurtniveau weer
te geven. In de Wijkatlas Roosendaal worden 17 wijken en 47 buurten
onderscheiden (gemiddeld dus 74 respondenten per buurt en 203 per wijk).
Na het succes in Roosendaal heeft Oostveen de methode van de
rapportcijfervragen ook in andere gemeenten toegepast. In Roosendaal
wordt sinds 2001 elke twee jaar een nieuwe Bewonersenquête gehouden, waarbij dezelfde
methode opnieuw wordt toegepast. |
|
De vragenlijst: meerdere onderwerpen |
|
|
De in Roosendaal gebruikte vragenlijst was een
zogenaamde omnibusenquête: een enquête over verschillende
onderwerpen. In het verleden bestonden meerdere enquêtes naast elkaar.
Op gebied van leefbaarheid bijvoorbeeld werden bewoners benaderd voor
drie enquêtes: LeMon (in enkele wijken), Heel de Buurt en het
Woningmarktonderzoek. Alle betrokken partijen waren het er over eens dat
gestreefd moest worden naar integratie van de verschillende enquêtes. De
Bewonersenquête 2001 bevatte vragen op gebied van leefbaarheid en
veiligheid, stedelijke voorzieningen en recreatie (onder meer in het
kader van stedelijke vernieuwing), communicatie, Internet en de relatie
tussen burger en bestuur.
Voor wat betreft het schaalniveau van presentatie konden drie soorten
vragen worden onderscheiden:
- vragen in de vorm van rapportcijfers, die op buurtniveau
beschikbaar moesten komen (onder meer de kwaliteit van de buurt,
buurtvoorzieningen en veiligheidsaspecten)
- andere vragen op gebied van leefbaarheid, die in ieder geval op
wijkniveau beschikbaar moesten komen (onder meer problemen in de
buurt, slachtofferschap, betrokkenheid bij de buurt en vertrouwen in
de toekomst)
- vragen die vooral op gemeentelijk niveau relevant zijn (zoals
stedelijke voorzieningen, communicatie en relatie burger-bestuur)
Om de eerste twee groepen van vragen op de gewenste schaalniveaus te
kunnen analyseren, waren in Roosendaal ongeveer 3400 respondenten nodig.
Voor de derde groep van vragen echter volstonden ruim 1000 respondenten
(voldoende voor uitsplitsing naar kenmerken zoals leeftijd en
opleidingsniveau). Daarom werden drie versies van de enquête verspreid,
elk met een ander stedelijk vragenblok. De leefbaarheidsvragen uit de
eerste twee blokken maakten deel uit van alle versies. Hiermee werd
voorkomen dat de vragenlijst te lang zou worden en dat voor sommige
vragen een onnodig grote groep mensen moest worden benaderd.
Voorbeeld van rapportcijfervragen uit de Bewonersenquête Roosendaal
2001. |
Hieronder
staan enkele eigenschappen van uw buurt. Wilt u met
rapportcijfers aangeven hoe tevreden u daarover bent? |
|
Omcirkel
een rapportcijfer van 1 tot 10. Daarbij geldt steeds: een
hoger cijfer betekent dat u zeer tevreden bent. De
omschrijvingen bij de rapportcijfers kunnen u helpen een keuze
te maken.
a) Kwaliteit van de woningen in de buurt
(voorzover aan
de buitenkant te zien) |
zeer
slecht |
1 - 2 - 3 - 4 - 5
- 6 - 7 - 8 - 9 - 10 |
zeer
goed |
c) Kwaliteit van de woonomgeving
(pleintjes, bestrating,
inrichting van straten, bankjes enz.) |
zeer
slecht |
1 - 2 - 3 - 4 - 5
- 6 - 7 - 8 - 9 - 10 |
zeer
goed |
d) Het onderhoud van het openbare groen |
zeer
slecht |
1 - 2 - 3 - 4 - 5
- 6 - 7 - 8 - 9 - 10 |
zeer
goed |
e) De zorg van bewoners voor hun woning en tuin (onderhoud
woning, tuin, schuttingen enz.) |
zeer
slecht |
1 - 2 - 3 - 4 - 5
- 6 - 7 - 8 - 9 - 10 |
zeer
goed |
g) Samenleven van huishoudens van verschillende etnische
afkomst
(gaan de mensen afkomstig uit verschillende landen in de buurt
op een prettige manier met elkaar om?) |
zeer
onprettig |
1 - 2 - 3 - 4 - 5
- 6 - 7 - 8 - 9 - 10 |
heel
prettig |
k) Vervuiling (heeft u veel
last van zwerfvuil, verkeerd geplaatst vuilnis, hondenpoep enz.?) |
ernstig vervuild |
1 - 2 - 3 - 4 - 5
- 6 - 7 - 8 - 9 - 10 |
niet
vervuild |
|
|
|
Wijkatlas Roosendaal |
|
|
De
vragen op gebied van leefbaarheid en veiligheid, waaronder de
rapportcijfervragen, worden gepubliceerd in de
'Wijkatlas Roosendaal' en in de algemene rapportage 'Bewonersenquête
Roosendaal'. De rapportage Bewonersenquête bevat een analyse en
beschrijving van de resultaten, maar gaat niet verder dan het wijkniveau.
Vragen over stedelijke voorzieningen, communicatie en de relatie burger-bestuur
zijn alleen in de Bewonersenquête gepubliceerd.
Resultaten op buurtniveau worden weergegeven in de Wijkatlas. De Wijkatlas
is een statistisch naslagwerk met informatie over de
bevolkingssamenstelling, woningvoorraad, sociale situatie en
leefbaarheid in de buurten, wijken en dorpen. De Wijkatlas verschijnt sinds 2001 elk jaar op
papier en in elektronische vorm. De atlas bevat cijfers uit
registraties (van onder meer de gemeente, de corporaties, de politie,
CWI en de GGD) en de beleving van bewoners op basis van de
Bewonersenquête. De cijfers worden zo veel
mogelijk per buurt of dorp gepubliceerd.
Oordeel over de fysieke leefomgeving, per buurt
Bron: Wijkatlas Roosendaal, 2005 en 2006.
De tabel is slechts gedeeltelijk weergegeven
Net zoals de andere Wijkatlassen van Oostveen bevat ook de Wijkatlas
Roosendaal wijk- en buurtprofielen. In een buurtprofiel worden de
belangrijkste indicatoren voor een bepaalde buurt samengevat. Een
buurtprofiel geeft in de eerste plaats een beeld van de bevolkingssamenstelling en
woningvoorraad. Daarnaast wordt voor andere cijfers (zoals inkomen, meldingen bij
gemeente en politie en het oordeel van de bewoners) steeds de
afwijking van het gemiddelde weergegeven. Zo kun je eenvoudig zien op
welke aspecten deze buurt
gunstig of ongunstig afsteekt bij het gemeentelijk gemiddelde. Veel van
de rapportcijfervragen zijn op deze manier opgenomen in de buurtprofielen.
Buurtprofiel Hulsdonk, 2005
Bron: Wijkatlas Roosendaal, 2005.
|
Meer
informatie |
|
|
|
|
|
|