|
Bewoners hechten veel belang aan een prettige en leefbare
woonomgeving. Omdat zij er dagelijks vertoeven, zijn bewoners dé
specialisten als het gaat om het in kaart brengen van de leefbaarheid in
hun buurt. Bij leefbaarheidsonderzoek worden daarom vaak de bewoners
zelf geraadpleegd. Oostveen Beleidsonderzoek en Advies biedt daarvoor de
instrumenten, zoals enquêtes (ook op buurtniveau), interviews en
groepsdiscussies.
Onderwerpen op deze pagina:
|
|
Waarom onderzoek naar leefbaarheid en
veiligheid?
|
|
|
Leefbaarheid in de buurt is in de loop der tijd een belangrijk
beleidsthema geworden. Voor bewoners is hun woonbuurt een plek waar ze
zich thuis willen voelen, waar hun kinderen veilig over straat kunnen
gaan en waar de nodige voorzieningen aanwezig moeten zijn. De directe
woonomgeving is een plek waar bewoners en de overheid elkaar weten te
vinden en gezamenlijke belangen hebben. Relatief kleine ingrepen kunnen
soms veel effect hebben op de woonbeleving van bewoners. In andere
buurten is méér nodig - en in ieder geval maatwerk. Bewoners in
verschillende buurten bewonen niet alleen verschillende woningen in
verschillende woonomgevingen, maar hebben ook verschillende persoonlijke
kenmerken en variërende wensen over de inrichting van hun woonomgeving
en aanpak van veiligheidsproblemen.
Om te weten hoe een buurt er voor staat en welke ingrepen gewenst zijn
is onderzoek nodig, waarbij meestal de bewoners worden geraadpleegd. Dat kan op
verschillende manieren. |
|
Verschillende vormen van leefbaarheidsonderzoek |
|
|
Wanneer het belangrijk is alle buurten in kaart te brengen, onderling te
vergelijken en in de tijd te kunnen volgen (zoals in een
buurtmonitor) worden meestal
bewonersenquêtes ingezet. Een enquête kan een goed beeld geven van de
beleving van de woonomgeving, ervaren problemen in de buurt en het
vertrouwen van bewoners in de toekomst van hun buurt. Een bekend voorbeeld is de
Leefbaarheids- en veiligheidsenquête, die in alle gemeenten van het
grote stedenbeleid periodiek wordt gehouden. Ook veel andere gemeenten
werken met een variant op deze enquête. Een nadeel van een traditionele bewonersenquête
is dat een groot aantal personen moet worden ondervraagd om de
verschillende buurten/wijken betrouwbaar te kunnen vergelijken.
In een ander bekend voorbeeld, de LeMon enquête (Leefbaarheids Monitor)
wordt dat probleem deels ondervangen door vragen te stellen in de vorm
van rapportcijfers. Doordat rapportcijfervragen andere
betrouwbaarheismarges hebben dan ja/nee vragen volstaan kleinere
steekproeven. Oostveen maakt in veel leefbaarheidsonderzoek gebruik van
een combinatie van rapportcijfervragen, 'gewone' enquêtevragen en enkele
open vragen, waardoor een deel van de informatie op laag schaalniveau
betrouwbaar beschikbaar kan komen.
Als het onderzoek betrekking heeft op een wijk of buurt zijn vaak
specifiekere vragen aan de orde. Wat zijn de specifieke knelpunten in
dit gebied? Waarom precies geeft een gebied een onveilig of verpauperd
gevoel? Wat maakt dat bewoners zich wel thuisvoelen in en identificeren
met hun buurt? Wat voor ideeën hebben bewoners over de herinrichting van
hun straat of park? In deze gevallen ligt meer kwalitatief onderzoek
voor de hand, zoals enquêtes met meer open vragen, groepsdiscussies of
interviews.
Behalve het rechtstreeks benaderen van bewoners, is het mogelijk om
(ook) professionals uit de wijk te ondervragen. Een wijkagent,
stadsdeelmanager, welzijnswerker, voorzitter van een
bewonersvertegenwoordiging of directeur van een basisschool weet heel
erg veel over de knelpunten en sterke punten in hun buurten. In sommige
gevallen heeft het raadplegen van sleutelfiguren de voorkeur boven het
rechtstreeks benaderen van bewoners.
Tot slot kunnen als aanvulling bestaande registraties worden
geraadpleegd, zoals een klachtenregistratie of meldingen bij politie of
woningcorporatie. De registraties geven misschien geen volledig beeld,
maar zeker een indicatie van de aard van de problemen in de buurt.
Overigens is het leefbaarheidsonderzoek van Oostveen nadrukkelijk niet
alleen op problemen gericht, maar nadrukkelijk ook op de sterke punten
en mogelijkheden in elke buurt.
Rapportcijfers bewoners voor straatverlichting
en speelmogelijkheden, per wijk, Capelle aan den IJssel, najaar
2005.
|
Bron: Buurtmonitor/Bewonersenquête Capelle aan den IJssel.
|
|
|
Voorbeelden van
projecten |
|
|
Buurtmonitors/Wijkatlassen.
Oostveen Beleidsonderzoek en Advies verzorgt veel
leefbaarheidsonderzoek in het kader van een periodieke Wijkatlas of
Buurtmonitor. In de gemeenten Capelle aan den IJssel,
Roosendaal, Smallingerland, Heusden en Leidschendam-Voorburg wordt eens in de twee tot vier een grote
bewonersenquête gehouden. De resultaten worden verwerkt in de
wijkatlas of buurtmonitor.
Apeldoorn: monitor leefbaarheid rond AZC
. In Apeldoorn wordt in de zomer van 2022 een nieuw asielzoekerscentrum geopend in panden die eerder
werde gebruikt door GGNet (geestelijke gezondheidszorg). Oostveen ontwikkelde samen met de gemeente, COA, politie, GGNet
en omwonenden (vertegenwordigd in een Omwonendenoverleg) om de mogelijke effecten van het AZC op de leefbaarheis in
omliggende woonbuurten te kunnen monitoren. Vlak voor de opening wordt een nulmeting uitgevoerd; een jaar later vindt een
nieuwe meting plaats. Er wordt gebruik gemaakt van een bewonersenquête en registratiecijfers van politie, gemeente en COA.
Amersfoort: Meningspeiling wijkperspectief.
Alphen aan den Rijn: Stadspeiling leefbaarheid.
Hengelo: belevingsonderzoek allochtone bewoners.
Eindhoven: evaluatie inzet buurtwebsite om bewoners te betrekken bij leefomgeving.
|
|
Meer
informatie |
|
|
|
|
|
|