|
© 1997-2022 OOSTVEEN
|
|
|
Oostveen Beleidsonderzoek en Advies biedt
uiteenlopende kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden.
Afhankelijk van de doelstelling zal gebruik worden gemaakt van analyses
op bestaande registraties, enquêtes of tellingen - of meer kwalitatieve
methoden zoals interviews, groepsdiscussies of dossierstudie.
Onderwerpen op deze pagina:
Op deze pagina vindt u een overzicht van de verschillende
onderzoeksmethoden die wij kunnen inzetten. Onze belangrijkste methode
is echter het leveren van maatwerk om uw onderzoeksvraag optimaal te
kunnen beantwoorden. We beginnen dus bij de vragen die u wilt
beantwoorden en eventuele randvoorwaarden en bekijken pas daarna welke
methode of combinatie van methoden daarvoor het meest geschikt is. In de
meeste gevallen kunnen wij u deze methoden zelf aanbieden, maar soms
verwijzen we naar een bureau met specifieke deskundigheid op dat
terrein. Het komt ook wel eens voor dat wij adviseren om geen onderzoek
uit te voeren, of veel beperkter dan u zich had voorgenomen - als uw
vraag op een andere manier beter kan worden beantwoord.
|
|
Kwantitatieve methoden: van cijfers naar
beleidsinformatie
|
|
|
In beleidsonderzoek ligt traditioneel de nadruk op
kwantitatieve onderzoekstechnieken. Deze worden vooral gebruikt om de
huidige situatie en ontwikkelingen te kunnen tellen. Kwantitatieve
methoden leiden tot cijfers zoals percentages, schaalscores en
gemiddelde rapportcijfers en lenen zich goed voor het vergelijken van
subgroepen (buurten, leeftijdsklassen, sociale klassen) en meetbaar
maken van ontwikkelingen. De cijfers worden zodanig gepresenteerd en/of
geanalyseerd dat bruikbare beleidsinformatie ontstaat.
Er zijn drie basismethoden om kwantitatieve cijfers te verzamelen:
- Gebruik van bestaande registraties. In dat geval worden
analyses uitgevoerd op databestanden die niet in de eerste plaats voor
onderzoeksdoelen zijn verzameld. Voorbeelden zijn het
bevolkingsbestand (GBA), leerplichtregistraties, klachtenmeldingen en
ledenregistraties. In een buurtmonitor of lokaal trendrapport wordt
bijvoorbeeld vaak een groot aantal van zulke bestanden verwerkt en
worden cijfers op buurtniveau aan elkaar gekoppeld.
- Enquêtes. Cijfers uit registraties zijn eenvoudig te
verzamelen, maar ze zijn niet altijd compleet (d.w.z. ze dekken de
onderzoeksvragen niet volledig) en zeggen in het geheel niets over de
beleving door bewoners. Om daar iets over te weten te komen kunnen
enquêtes worden ingezet onder de bevolking of onder speciale
doelgroepen. Enquêtes worden, afhankelijk van de doelgroep,
via internet, schriftelijk, telefonisch of face-to-face afgenomen. Bij
bewonersenquêtes kunnen bewoners meestal kiezen of ze de vragenlijst
via internet of op papier willen invullen.
- Tellingen. Als er geen registraties beschikbaar zijn is het
ook mogelijk om te gaan tellen hoe vaak iets voorkomt. Voorbeelden
zijn passanten- of bezoekerstellingen, het turven van aantallen
telefoongesprekken of het geautomatiseerd meten van de hoeveelheid
verkeer, of het aantal hits op een website.
Voorbeeldprojecten kwantitatief onderzoek verbergen?
Gebruik van bestaande registraties maakt onderdeel uit van
veel onderzoek. Enkele voorbeeldtoepassingen zijn:
-
Wijkatlas/buurtmonitor.
In een wijkatlas of buurtmonitor worden gegevens gebruikt uit een
groot aantal registraties van de gemeente (bevolking, woningen,
leerplicht, klachten, kwijtschelding enz.) en van externe organisaties
(zoals politie, corporaties, CWI, GGD en welzijnswerk). Uit de
registraties worden relevante indicatoren gehaald waarmee het woon- en
leefklimaat in de verschillende buurten onderling kan worden vergeleken
en in de tijd kan worden gevolgd.
-
Lokaal trendrapport. In
lokale trendrapporten zoals een veiligheidsmonitor, sociale monitor,
jongerenmonitor of woonmonitor worden gegevens verwerkt uit diverse
lokale, regionale en landelijke bronnen. Hierbij wordt vaak gebruik
gemaakt van tijdreeksen, vergelijkingen binnen de gemeente (wijken,
stadsdelen) of vergelijkingen met andere gemeenten en landelijke
cijfers.
-
Specifiek onderzoek.
Bij bovenstaande varianten worden veel verschillende bronnen verwerkt,
maar volstaan relatief eenvoudige indicatoren. Bij verdiepend onderzoek
is het aantal bronnen veel beperkter, maar wordt diepgaander
geanalyseerd. Een voorbeeld is de uitgebreide analyse van
geweldsdelicten in Nijmegen op basis van politiebestanden om kenmerken van delicten
(plaats, tijdstip, omstandigheden) en van verdachten en slachtoffers
(leeftijd, woonwijk, geslacht en etniciteit) inzichtelijk te maken.
Enquêtes worden eveneens bij
veel projecten gebruikt. Enkele voorbeelden:
-
Brede bewonersenquête.
Oostveen verzorgt regelmatig grootschalige schriftelijke
bewonersenquêtes met diverse onderwerpen (ook wel stadspeiling,
gemeente-enquête of omnibus genoemd). De enquêtes bevatten vragenblokken
over leefbaarheid en veiligheid in de wijk, die op buurt- en wijkniveau
worden verwerkt in de Wijkatlas. Andere vragenblokken, bijvoorbeeld over
dienstverlening, recreatie, milieu en participatie worden op
gemeenteniveau gerapporteerd in andere publicaties. Die worden meestal niet
meer gedrukt maar verschijnen als PDF rapport of worden geïtegreerd in Swing, zoals bijvoorbeeld in de
Bewonersenquête Capelle aan den IJssel.
-
Specifiek onderzoek.
Ook bij enquêtes kan sprake zijn van specifiek onderzoek. Voorbeelden daarvan zijn ons
woonwensenonderzoek in Oudheusden, de monitoring van leefbaarheid rondom een nieuw AZC in
Apeldoorn en een onderzoek onder inwoners van Groesbeek en de
Duitse buurgemeente Kranenburg naar verplaatsingsgedrag en sociale
contacten over de grens.
-
Secundair onderzoek.
Van secundair onderzoek is sprake wanneer een reeds beschikbaar
databestand (bijvoorbeeld van een eerder gehouden enquête) opnieuw wordt
gebruikt voor een ander onderzoek. Vooral in lokale trendrapporten
worden dergelijke bronnen gebruikt. Daarbij worden soms eerder
gepubliceerde cijfers voor de volledigheid in het nieuwe rapport
opgenomen, maar ook wel aanvullende analyses gemaakt die relevant zijn
voor het nieuwe project.
Voorbeeldprojecten kwantitatief onderzoek verbergen?
|
|
Kwalitatieve methoden: de kunst van het begrijpen |
|
|
Kwantitatieve methoden bieden niet altijd een volledig beeld van de beleving
door de doelgroep. Steeds vaker wordt daarom ook kwalitatief
onderzoek ingezet. Kwalitatief onderzoek wordt vooral gebruikt om
beter te begrijpen en meer inzicht te krijgen in denkwijzen, motieven en
verklaringen. Kwalitatief onderzoek werkt zeer sterk vanuit de
belevingswereld van de respondenten, en die blijkt vaak niet overeen te
komen met die van opdrachtgevers en onderzoekers. Juist daarom kan
kwalitatief onderzoek tot verrassende uitkomsten leiden. De meest gebruikte
kwalitatieve methoden binnen het beleidsonderzoek zijn:
- Diepte-interviews. Persoonlijke interviews met (meestal ongeveer
8-20) respondenten via een semi-gestructureerde vragenlijst of
checklist. In deze interviews is het mogelijk ver door te vragen over
belevingen en achtergronden. Interviews kunnen ook worden gebruikt voor
het verzamelen van kennis en informatie die bij een kleine groep
sleutelfiguren aanwezig is, in het kader van een evaluatie en/of als aanvulling op cijfers uit registraties en
enquêtes.
- Groepsdiscussies. Onder leiding van een getrainde
gespreksleider wordt een bepaald onderwerp uitvoerig geïnventariseerd
door een groep van ongeveer 6-8 personen (bewoners, klanten of
sleutelfiguren). Omdat deelnemers op elkaar
reageren en elkaar aanvullen en stimuleren leidt de discussie tot een
brede inventarisatie van mogelijke denkbeelden, motieven, associaties
en belevingen.
- Half-open enquêtes. In enquêtes wordt vaak gebruik
gemaakt van gesloten vragen (met vaste antwoordcategorieën) die zich
gemakkelijk laten tellen. Het is echter ook mogelijk open vragen toe
te voegen waarin de respondent zijn antwoord moet vertellen of
uitschrijven (waarom vindt u dat?, kunt u dat toelichten?). Analyseren
van deze antwoorden kost meer tijd dan bij gesloten vragen, maar kan
leiden tot nieuwe inzichten. Als de enquête telefonisch wordt
afgenomen, kan de interviewer verder doorvragen om nog dieper tot de
kern te komen.
- Dossierstudie. Door het nalezen van (papieren of
elektronische) verslagen kan meer informatie boven tafel komen dan
door alleen maar te tellen. Het gaat hier om het analyseren van
uitgetypte teksten om inzicht te krijgen in een bepaalde problematiek,
of bijvoorbeeld in gebruikte oplossingsrichtingen. Voorbeelden zijn
verslagen van vergaderingen, van gesprekken met cliënten of van verhoren van
verdachten, slachtoffers en getuigen.
Voorbeeldprojecten kwalitatief onderzoek verbergen?
Diepte-interviews werden onder meer ingezet bij de
volgende projecten:
-
Integrale
Veiligheidsmonitor Nijmegen. Interviews met medewerkers
van politie, gemeente en justitie, als aanvulling op het cijfermateriaal
uit bewonersenquêtes en politieregistraties.
-
Evaluatie dierenopvang
Hengelo. Evaluatie naar het huidige functioneren en eventueel
gewenste aanpassingen van de dierenopvang in Hengelo (Ov.), vooral
gebaseerd op interviews met betrokkenen.
-
Sociaal Profiel van
Hengelo. Inventarisatie van recente ontwikkelingen en
toekomstperspectieven om te kunnen anticiperen op toekomstige
ontwikkelingen. Op basis van onder meer enquêtes,
registraties, literatuurstudie en diepte-interviews.
Groepsdiscussies zijn onder
meer gebruikt bij deze projecten:
-
Monitor sociale cohesie
Almere. Deze monitor is vooral gebaseerd op analyse van registraties
en enquêtes. Ter aanvulling werden ook groepsdiscussies gehouden met bewoners, onder meer over thuis voelen in
Almere, uitgaan en participatie.
-
Veiligheid in het
winkelgebied Nijmegen-centrum. Gebaseerd op een analyse van
politieregistraties en groepsdiscussies met winkeliers over onveiligheid
in het winkelgebied.
-
De toekomst van de
afwerkloods/tippelzone Nijmegen. Ex ante evaluatie van drie toekomstopties voor een afwerkloods voor
straatprostitutie. Gebaseerd op groepsdiscussies met omwonenden, professionals en beleidsmedewerkers uit andere gemeenten.
Open vragen in enquêtes
worden gebruikt in verschillende schriftelijke enquêtes,
bijvoorbeeld als inventarisatie van problemen in de buurt. Telefonische korte interviews waarin
wordt doorgevraagd naar motieven en bewegingen zijn onder meer gebruikt
bij:
-
Ede: vertrouwen in
gemeentebestuur. Uit de bewonersenquête bleek dat inwoners weinig
vertrouwen hadden in het gemeentebestuur. In een serie korte interviews
werd doorgevraagd naar de achtergronden daarvan.
-
Eindhoven: evaluatie
onderzoek via buurtwebsite. Via een buurtwebsite werden een
ideeënwedstrijd, discussieplatform en enquête uitgevoerd. Een
belangrijke vraag was of daarmee andere groepen werden bereikt dan met
traditionele middelen zoals een inspraakavond of schriftelijke enquête
en of het tot andere resultaten zou leiden. Daartoe werden onder meer
interviews gehouden met professionals en korte telefonische interviews
met mensen die hadden deelgenomen aan de nieuwe instrumenten.
Dossierstudie
wordt onder meer gebruikt bij evaluaties, maar ook als onderdeel van een
uitgebreider onderzoek zoals:
-
Agressie in Nijmegen.
Dit onderzoek is vooral gebaseerd op een diepgaande (kwantitatieve)
analyse van politieregistraties. Voor sommige verdiepingsvragen werd
echter kwalitatief onderzoek ingezet, zoals een groepsdiscussie (over
geweld op het werk) en dossierstudie (analyse van aangiftes, verhoren en
getuigenverklaringen over onder meer het verloop van huiselijk geweld).
Voorbeeldprojecten kwalitatief onderzoek verbergen?
|
Meer
informatie |
|
|
|
|
|
|