|
© 1997-2016 OOSTVEEN
Opdrachtgever:
Gem.Almere, Afdeling Onderzoek en Statistiek (in opdracht van Stedelijk
Beheer).
Periode:
april 2000-september 2001.
|
|
|
In de loop van 2000 werd in de gemeente Almere een
nieuwe wijkmonitor ontwikkeld. Uniek aan deze wijkmonitor is dat niet
alleen de sociale en fysieke leefbaarheid in de woonwijken, maar ook de
functioneel-economische ontwikkelingen op de bedrijventerreinen en in de
stadscentra in beeld worden gebracht.
|
|
Een monitor voor woonwijken en bedrijventerreinen |
|
|
Almere is de afgelopen 25 jaar uit het niets gegroeid
naar een stad met 150.000 inwoners. In hoog tempo werden vele woonwijken,
drie stadscentra en verschillende bedrijventerreinen gerealiseerd. Ook
de komende jaren zal de gemeente fors blijven groeien, maar naast de
ontwikkeling van nieuwe woon- en werkgebieden wordt ook het beheer van
de bestaande gebieden steeds belangrijker. Ook in de toekomst moet de
gemeente immers een aantrekkelijk woon- en werkklimaat kunnen bieden.
Daarom werd in 2000 een nieuwe wijkmonitor ontwikkeld in een nauwe
samenwerking tussen de gemeente Almere (Bureau Onderzoek en Statistiek
en Afdeling Vastgoedinformatie) en Oostveen Beleidsonderzoek en Advies.
Bij dat proces was ook een groot aantal gemeentelijke diensten en lokale
organisaties betrokken. Tijdens een aantal vergaderingen in april en mei
2000 hebben deze organisaties samen een blauwdruk ontwikkeld voor de
monitor. In december 2000 verscheen de eerste Sociale Atlas van Almere:
Monitor van wonen, werken en vrije tijd.
Vanaf het begin was duidelijk dat de wijkmonitor niet alleen een monitor
van woonwijken moest worden, zoals in andere gemeenten gebruikelijk. Ook
de ontwikkelingen en de 'leefbaarheid' van de bedrijventerreinen moesten
in de monitor worden opgenomen. Tot de bedrijvenwijken worden in dat
verband ook gerekend de drie stadscentra (van Almere Stad, Almere Haven
en Almere Buiten).
Relevante indicatoren voor de bedrijvengebieden zijn bijvoorbeeld de
verdeling van aantal bedrijven en arbeidsplaatsen over verschillende
SBI-secties (en in het bijzonder de speerpunten van beleid: recreatie en
toerisme en de ICT-sector), dynamiek van bedrijvigheid (nieuwvestigingen,
verhuizingen, uitbreidingen), gebruik van de openbare ruimte, veiligheid,
milieuhinder, beschikbare netto oppervlakte en hoeveelheid kantoorruimte.
Voor de stadscentra zijn verder van belang onder meer de aanwezigheid en
diversiteit van detailhandel en horeca, aantal bezoekers,
bezoekfrequentie en -motieven en de beleving van de openbare ruimte.
Voor de woonwijken tot slot is vooral van belang het aandeel bedrijven
en arbeidsplaatsen vanuit woningen of woonwerkpanden of andere verspreid
liggende bedrijvigheid.
Verdeling werknemers naar sectie, per
bedrijvenwijk, Almere 1999.
Bron: Sociale Atlas van Almere 2000.
De eerste editie van de Sociale Atlas van Almere is in zeer korte tijd
ontwikkeld, waardoor nog niet alle gewenste indicatoren direct konden
worden gerealiseerd. Bovendien bevat de eerste editie nog geen gegevens
uit enquêtes (passantenonderzoek, enquête onder ondernemers) en zijn de
meeste indicatoren nog slechts voor één meetdatum beschikbaar. Voor een
groot aantal indicatoren geldt dat juist de ontwikkelingen en
verschuivingen heel belangrijk zijn. Desondanks biedt ook de eerste
Atlas al een aanzienlijke hoeveelheid informatie over elk van de
bedrijventerreinen, die in het verleden niet of nauwelijks beschikbaar
was.
|
|
Wijkprofielen voor bedrijvenwijken |
|
|
In een buurt- of wijkmonitor worden vaak wijkprofielen
opgenomen voor alle woonwijken, die een soort samenvatting vormen van de
belangrijkste gegevens uit de verschillende onderdelen. Ook de Sociale
Atlas van Almere bevat dergelijke profielen voor de woonwijken. Speciaal
voor de bedrijventerreinen en de stadscentra is een variant op deze
wijkprofielen ontwikkeld. In deze bedrijvenwijk-profielen wordt een
beeld gegeven van bedrijvigheid en omgevingskenmerken op het terrein. In
de toekomst zullen ook meer subjectieve gegevens vanuit een enquête
onder de ondernemers op elk terrein worden toegevoegd.
Ter illustratie is hieronder het wijkprofiel opgenomen voor het
bedrijventerrein Markerkant. In de linkerkolom worden de bedrijven
onderscheiden naar SBI-sectie, waarbij het percentage bedrijven in een
bepaalde sectie steeds wordt afgezet tegen het gemiddelde in de
gemeente. De grafiek laat zien dat de meeste bedrijven zich bezighouden
met handel en reparatie. De qua omvang tweede groep is die van de
zakelijke dienstverlening; het percentage is echter lager dan gemiddeld
in Almere. In een afzonderlijke grafiek worden nog bedrijven weergegeven
in recreatie en toerisme en in de ICT-sector, twee speerpunten van het
gemeentelijk beleid. De cirkelgrafiek toont de bedrijven naar ouderdom.
Enigszins vergelijkbaar is de tweede kolom, waarin nu het aantal
arbeidsplaatsen in de betreffende bedrijven wordt weergegeven. Daarbij
blijkt bijvoorbeeld dat wat betreft werkgelegenheid ook de sectie
transport en communicatie heel belangrijk is. In deze sectie zijn dus
enkele bedrijven gevestigd met een relatief groot aantal werknemers.
De derde kolom tot slot geeft weer wanneer het terrein is (of nog wordt)
uitgegeven, en een aantal kenmerken van dichtheden, veiligheid en
milieuhinder. Deze laatste cijfers worden ook weer afgezet tegen het
gemiddelde in Almere, dat is geïndexeerd op een score van 100.
Voorbeeld wijkprofiel voor bedrijventerrein
Markerkant, Almere 1999.
Bron: Sociale Atlas van Almere 2000.
In de loop der jaren zal de Sociale Atlas van Almere steeds verder worden
uitgebreid. In de eerste editie ontbraken bijvoorbeeld nog
belevingsgegevens. Door middel van enquêtes onder bewoners en bedrijven
zal de Sociale Atlas de komende tijd verder worden aangevuld. Het
bijeenbrengen van objectieve en subjectieve cijfers over wonen, werken
en vrije tijd in dezelfde publicatie zal de bruikbaarheid van de atlas
in de toekomst nog verder vergroten.
|
Meer
informatie |
|
|
|
|
|
|